De Impact van het Nieuwe Pensioenakkoord op Deelnemercommunicatie
Bij de uitwerking van het pensioenakkoord wordt regelmatig bediscussieerd of het nieuwe pensioenstelsel nog goed aan de deelnemer uitgelegd kan worden.
Dat er tijdens de beleidsfase al expliciet wordt stilgestaan bij de begrijpelijkheid van de nieuwe regels, is een goede ontwikkeling. Uit onderzoek van een speciaal ingestelde werkgroep door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, blijkt dat er twijfels zijn of mensen het nieuwe stelsel gaan accepteren vanwege complexiteit, onwetendheid en onzekerheid. Hoe communiceren we daadkrachtig over de regels in het nieuwe pensioenstelsel?
De overgang naar het nieuwe pensioenstelsel
De eerste communicatie-uitdaging is de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel. Het communicatieplan voor deze transitiecommunicatie is een verplicht onderdeel van het implementatieplan. Uitgangspunt is dat alle deelnemers (inclusief pensioengerechtigden) persoonlijk inzicht krijgen in de gevolgen van de nieuwe pensioenregeling. Gelukkig blijkt ook uit onderzoek dat dit de basisinformatie is die deelnemers wíllen weten. De deelnemer wil simpelweg zien of de nieuwe regels positief of negatief uitpakken voor hem of haar.
De verwachting is dat het inzicht in de persoonlijke gevolgen pas een korte periode voor de daadwerkelijke transitie gegeven kan worden. Het is daarom verstandig om de transitiecommunicatie in het verplichte communicatieplan in verschillende fasen op te delen, welke ook aan de deelnemer worden gecommuniceerd. De doelstellingen per fasen zullen moeten bijdragen aan het gaan begrijpen van de persoonlijke gevolgen die het nieuwe pensioenstelsel heeft, het einddoel van het communicatieplan.
Een fase in de transitiecommunicatie kan bijvoorbeeld “de veranderingen op hoofdlijnen” zijn. De doelstelling in deze fase is dat de deelnemer de basisconcepten van de nieuwe regels begrijpt. Neem bijvoorbeeld de overstap naar het communiceren van een gereserveerd vermogen, met daaraan gekoppeld pensioenindicaties op basis van verschillende scenario’s. De deelnemer zal daardoor niet een klip-en-klaar overzicht kunnen krijgen van het pensioen in de oude versus de nieuwe regeling. Deelnemers moeten dus begrijpen wat de waarde is van de aanspraak die ze nu hebben. Door in deze fase de deelnemer bijvoorbeeld de transitie van aanspraken naar een gereserveerd vermogen interactief uit te leggen, wordt er meer draagvlak en begrip gecreëerd voor het nieuwe stelsel.
De start in het nieuwe pensioenstelsel
Nadat de transitie naar het nieuwe stelsel is afgerond, is het belangrijk om in verdere communicatie-uitingen alleen de nieuwe situatie op te nemen. Door te lang de vergelijking te blijven maken met het oude stelsel en de oude regels, is de kans op onduidelijkheid bij deelnemers groter. Op 1 januari 2026 staat het gereserveerd vermogen van de deelnemer op diens pensioenrekening. De deelnemer ziet – net zoals op diens bankrekening – wat er wordt bijgeschreven (bijvoorbeeld premie, positief rendement) en wordt afgeschreven (bijvoorbeeld negatief rendement, bijdrage aan solidariteitsreserve). In deze discussie over de uitlegbaarheid van het (nieuwe) pensioenstelsel moet de balans worden gemaakt tussen wat voor informatie beschikbaar wordt gesteld aan de deelnemer. Vergelijk het stelsel met een auto: het is mogelijk om onder de motorkap te kijken, wat door sommigen ook enthousiast wordt gedaan, maar er kan niet verwacht worden dat iedereen snapt wat alle onderdelen onder de motorkap zijn en hoe deze met elkaar samenhangen. De vraag is dus wat we wél en wat we niet – of in ieder geval niet prominent – communiceren aan de deelnemer. De kunst is om niet als een automonteur naar je auto te kijken, maar als bestuurder.
Een nieuwe manier van pensioen plannen
Omdat de verwachte pensioenindicatie en de uitkering bij pensioneren in het nieuwe pensioenstelsel volatieler worden, zal ook de manier waarop mensen hun pensioen plannen veranderen. De verwachte pensioenindicatie wordt in drie scenario’s getoond: een verwacht scenario, een optimistisch scenario (‘als het meezit’) en een pessimistisch scenario (‘als het tegenzit’). De deelnemer zal deze scenario’s moeten afwegen tegen wat hij of zij in diens persoonlijke situatie minimaal nodig heeft. Deze basisbehoeften moet met een bepaalde mate van zekerheid passen bij de verwachte pensioenindicatie in het slechtste geval. Aan de andere kant zal de deelnemer ook wensen hebben om zijn of haar leven als pensionado te plannen, op basis van een gewenst pensioen en misschien wel zelfs een droompensioen. Deze behoeften van de deelnemer moeten gematched worden met de verwachte pensioenindicatie in verschillende scenario’s. Hierin ligt een kans om de deelnemer te ondersteunen.
Niet alles verandert…
Ook in het huidige stelsel is de communicatie over pensioen een uitdaging. En deze uitdaging blijft met de komst van het nieuwe stelsel. We moeten deelnemers nog steeds actief benaderen als zij, of hun pensioen, aandacht nodig hebben. We moeten deelnemers in staat blijven stellen om weloverwogen keuzes te kunnen maken, zeker omdat het aantal keuzes voor de deelnemer zal toenemen. En we moeten het deelnemers zo gemakkelijk mogelijk blijven maken om bezig te zijn met hun pensioen. De transitie naar het nieuwe pensioenstelsel heeft zijn uitdagingen, maar biedt dus ook duidelijke kansen.